Plots besefte ik iets. Ik rende naar Lucas.
"WAAR IS EASTRED?" vroeg ik in paniek. "VOLGENSMIJ ZIT ZE NOG OP DE BOOT BIJ CWEN EN AYME!"
Lucas keek me met grote ogen aan. Samen doorzochten we de groep. Geen Eastred. Oh nee!
Ik ren net samen met Jowl het bos in als ik Lia hoor schreeuwen "ZE VAART WEG ZE VAART WEG MET DE BLACK ROSE!!!". Meteen rennen we terug. " Dat stomme rotwijf!" schreeuwde Jowl. "Jowl hoe kun je ze is geen rotwijf maar een trut!" zei ik half lachend half boos. "Maar we hebben mijn schip nog" zei Lucas.
Ik zette me neer op de reling van het schip toen ik besefte dat iedereen naar mij staarde, "Wat" lachte ik en ik keek hen vragend aan. "Wat zijn de orders Kapt'ein " vroeg een van de mannen. Ik schrok, dat was waar, dit was mijn boot en ik had ook nog een bemanning, dat was ik even vergeten. Ik stelde Jack en Owen, een slimme knaap die ik had aangenomen tijdens mijn tocht om Cwen te doden, aan als stuurmannen.
Ik ging verder met de taakverdeling toen een hysterische Lia naar me toe rende. "Waar is Eastred" Gilde ze panisch, ik kreeg een onbehagelijk gevoel. ze zou toch niet ... Snel doorzochten we de bemanning we zagen iedereen, zelfs Eve liep hier ongemakkelijk rond maar geen Eastred te zien. "Verander de koers" schreeuwde ik Jack toe, "We gaan Eastred halen ..."
Wanhopig leunde ik aan de boeg van het schip en keek over de zee uit. Ik had een brok in mijn keel, maar kreeg hem niet weg. Plots voelde ik een hand op mijn schouders. "Het komt goed" zuchtte Lia zacht en ik draaide me om en keek in haar ogen. "ik hoop het zo..." mijn stem trilde en ik sloeg krachtig mijn armen om Lia heen, op zoek naar een beetje troost, "Ik zou het niet kunnen houden zonder haar ..."
Ik hang met mijn hoofd over de rand van e boot. mijn maag rammelt maar er is niks te eten en ik wil ook niks eten.
Ik merk amper de rep en roer die over het kleine bootje heerst.
"Jane, we zijn Eastred kwijt!" roept Lia in paniek.
"Ze is vast op het eiland ofzo." Het dringt amper tot me door wat Lia nu daadwerkelijk tegen mij heeft gezegd.
Ik ben volkomen lusteloos.
"Jane, denk nou eens even mee!"
Maar ik reageer niet.
Lia loopt weg, zo te zien heeft ze besloten om maar niet te veel aandacht aan mij te besteden.
Ik leg mijn hoofd op z'n zij en doe mijn ogen dicht.
Nee he! Alleen maar vanwege Eastred staakte we alles. Ik werd gek van die stelletjes!
Ik ga over de relling hangen en laat mijn tranen de vrije loop hebben.
Lucas hing de hele tijd over de relling terwijl hij telkens heen en weer liep. Ik hoopte dat hij niet naar mij liep.
Ik buig dieper mijn hoofd, zodat aan beide kanten haar voor mijn gezicht hangt.
"Willow, heb jij Easterd gezien?!" Klinkt een half hystrische stem achter me. Ik staar alleen maar voor me uit, totdat er aan mijn schouder gerammeld wordt.
"Nee, sorry Lucas." In mijn stem klinkt het verdriet die ik heb.
Ik omhelsde Lucas. Hij was zo verdrietig.
"Geen zorgen kapitein. Je krijgt Eastred wel terug. Daar zorgen we met zijn allen voor. We gaan die Cwen in mootjes hakken," grinnikte ik bij dat laatste. De stoere Lucas was veranderd in een bang schoolkind. Ik snapte hem wel. Ik zou het verschrikkelijk vinden als ik Jack daar alleen achter moet laten.
"Yīqiè dūhuì hái hǎo ba," fluisterde ik. Chinees voor 'alles komt goed'. Het leek te helpen want Lucas kalmeerde. "Ik ga de boel even controleren," zei hij terwijl hij zijn rug rechtte.
"Zo ken ik je weer," zei ik vrolijk. Hij gaf me een klein glimlachje
Ik ging bij Lucas en Lia staan. " Je gaat to niet vreemd h Lucas?" zei ik pesterig. "Bijna" antwoordde hij pesterig terug. " Ik laat jullie maar even alleen!" zei ik lachend. Ik liep door het schip om even goed na te denken. Cwen schoot door mijn gedachten. Ik begrijp het eigenlijk wel maar toch. Mij en de rest op een eiland zetten gaat te ver. Maar ze had zelf ook twee jaar lang op dit eiland gezeten. En dan wordt je toch wel een beetje gestoord.
Ik zette mijn ellebogen op de railing van het schip en legde mijn hoofd op mijn handen. Ik zuchtte. Ik voelde de twee koude handen van Eve op mijn schouders. "Je bent echt een klein geestje is het niet Eve?" Lachte ik. " Missscchhiiiieeen." Ik lachte met haar mee. " Ik moet Eastred maar eens eten gaan geven en met haar praten. Ik liep naar de keuken en stapelde gedachteloos en stapel appels op elkaar. Toen ik haast een toren van appels had liep ik naar de kajuit van Eastred. Ze zat naar me weggebogen. Ik zette de appels op het bed en legde een hand op Eastreds schouder. " Ik ben gek is het niet." Vroeg ik beschaamd. " Je bent niet alleen gek. Je bent duivels en gemeen." gromde Eastred naar me. Ik ging voor haar staan. " Als je wilt mag je me slaan. Trap me desnoods maar inelkaar." Eastred gaf haar eerste klap en ging steeds verder. Uiteindelijk was ik een kermend hoopje mens op de vloer.
"Hah, als je dat waagt zet ik je op het eerste eiland met kannibalen." Lachte ik.
"Nou dat klinkt zo slecht nog niet." Antwoord Lucas die zijn lach in houd.
"Ga weg joh!" Zei ik. "Anders zet ik je nu al af."
"Haha ik ben niks van plan." Zei hij lachend. "Zie jullie zo."
"Jack, ik heb nog steeds honger." Zei Lia.
"*zucht* Da's waar ook, waar is hier het eten?" Zeg ik.
Jack en Lucas waren humoristisch aan het kibbelen. Ik lachte. Meteen daarna begon mijn buik te knorren. Honger! Ik vertelde het aan Jack. Hij vroeg waar het eten was.
"We hebben nog een beetje over," zei Lucas, "pak maar wat, maar zo weinig mogelijk."
Ik en Jack knikten. We gingen op zoek naar eten. We besloten om allebei een appel te nemen.
"Cwen heeft ons spel," zei ik met een nep-verdrietig gezicht.
"Het komt goed mijn liefste, wij redden ons spel," antwoordde Jack lacherig
Ik schrik wakker. Onbewust heb ik het woord "eten" gehoord.
Ik heb een verschrikkelijke honger maar ik wil echt afvallen.
Ik veeg het slaap uit mijn ogen en sta voorzichtig op.
"Gaan we al eten?" vraag ik.
"We zullen zien. Heb je honger?" vraagt Jack.
"Nee."
Toen ik klaar was, zakte ik in elkaar naast Cwen. "Het spijt me..." fluisterde ik. Alle frustraties van de afgelopen dagen heb ik uit me geslagen, en nu voel ik me alleen maar schuldig omdat ik me zo laf gedragen heb.
Ik had niet op haar verzoek in moeten gaan, ik had er boven moeten staan. Maar ik was gewoon mezelf niet meer. Ik voelde me vreselijk.
" Ik heb het verdiend." jammerde ik zachtjes. " Nee dat heb je niet." Jankte Eastred half. " Jawel. Ik ben een slecht mens." jammerde ik terug. Ik voelde de blauwe plekken over mijn hele lichaam kloppen. "Ik ben gewoo slecht. Eerst laat ik Eve Lucas manipuleren en dan ben ik zo rot tegen jou." Huil ik. " En dan zeg ik tegen Lucas dat hij een kind heeft terwijl ik zelf nogeeneens weet van wie het i-hi-ihs." Jankte ik. " Ik weet niet van wie mijn eigen baby iiiiiiis>" Ging ik verder.
Lucas had er verder niet op gereageerd. Gelukkig!
Ik hoorde het wat 'eten' en 'zo weinig mogelijk' hmm. Ikz al wel gaan eten als we verlost zijn van deze hel! Ik baalde verschrikkelijk van deze hel, waarom laten ze me niet achter.
Ik zucht, deze trilt.
Ik draai me om naar Lucas;"Waar zijn de slaapvertrekken? Ik...ik....ik moet even alleen zijn."
Ik slof weer terug naar mijn plek aan de reling. Ja, sloffen.
Ik heb geen puf meer om mijn voeten op te tillen.
Vanuit mijn ooghoek zie ik Willow. Ze ziet er niet zo vrolijk uit.
Er is iets mis, denk ik. Ik moet denken aan haar zelfmoordpoging laatst.
Voorzichtig, zonder dat ze me hoort, loop ik achter haar aan.
Ze stapt de slaapvertrekken in en sluit de deur achter zich.
Dan hoor ik gesnik.
Ik klop voorzichtig aan.
"Willow, gaat het wel?"
Ik schrok me dood, "wie is dat?" Vraag ik trillerig.
"Jane." Antwoordt de stem, "gaat het, Willow?" Voegt ze eraan toe.
"Het ligt eraan hoe je 'gaat het' bekijkt, maar laat ik maar gewoon antwoorden." Sinds wanneer praatte ik zo? Zeker omdat ik nietgewend was te praten met 'mensen'. "Nee."
"Mag ik binnen komen?" Vraagt Jane.
Ik haal mijn schouders op maar realiseer dat Jane dat niet kan zien. "Mag, hoeft niet. Ik bedoel daarmee, iedereen." Ik legde nadruk op iedereen." die is bang dat ik ze wat aandoe ofzoo. Alsof ik iemand kan vervloeken."
Ik laat mijn hoofd weer in mijn handen zakken en begin te snikken. Ik voelde me verschrikkelijk!
Ik sla een arm om Willow heen. Eigenlijk ken ik haar niet zo goed, maar ik durf niet te vragen wat er aan de hand is. Zo te merken is het vrij ernstig.
Ik leg mijn kin op haar schouder.
"Willow, haat jij iemand?"
"Ja.. Mensen van vroeger." Antwoord ik, "hoezo ?"
Jane haakt haar schouders op,"zou je hen wat aan willen doen?" Vroeg ze.
Ik knik,"het liefst hang ik ze op!" mompel ik knarsetandend,"zo lang het maar vreselijk pijnlijk is, en het lang duurt." ik wist wel welke mensen ik dood zou willen hebben. Mijn ouders, zowiezo, de mensen van die opvanhlg, omdat zij mij aan dde galg hingen, 2 keer!
Ik merk dat ik weer tril en laat mijn hoofd in mijn handen zakken. De tranen bleven lopen.