Femke vertelde eigenlijk niks interessants. Ik kroop maar weer onder het bankje vandaan, niemand had ons dus opgemerkt. Bijzonder, maar goed. Eenmaal onder het bankje vandaan, merkte ik dat ik helemaal stijf was. Geen wonder, ik zat er al een paar uur... ik keek bezorgd naar Femke, maar zij leek nergens last van te hebben. Ik strekte me uit en ging op weg. Op weg waarheen, dat wist ik niet. Net zoals met deze trein, ik had maar gewoon een kaartje gekocht en stapte de trein in, wist ik veel waar deze heen zal gaan.
Dromen zijn bedrog zeggen ze, denken ze, liegen ze. Want ja, in mijn dromen, kwam ik nog altijd haar tegen, ook hoe het was. Heerlijk vond ik het alhoewel, heerlijk? na de droom kwam meestal de nachtmerrie waar ze op vreselijke wijze uit mijn armen wordt gerukt en meegesleurd. Nog steeds zie ik haar betraande gezicht. Maar, dromen zijn dus niet bedrog. Nachtmerries zijn bedrog. Want, ik wist zeker dat ze nooit uit mijn armen gerukt is en meegesleurd.
Eigenlijk, zal ooit iemand mij moeten helpen. Maar dat is ooit, nu was ik moe. Ik bereide mezelf voor op de ontmoeting en afscheid met haar en liep naar een bankje toe. Eigenlijk wist ik nog steeds niet wat voor soort mensen hier nou eigenlijk zaten. Een sterke oude man, een beroemd iemand, een zuipschuit, een oude vrouw en een pizza meisje. Voor de rest leek iedereen nog wel normaal. Ja, alleen van Lilly wist ik het zeker, zij was gewoon oke. Ik geeuwde, en liep verder naar een bankje. Ik ging er op zitten en probeerde daarna zo goed en kwaadschiks als het kan een fijne houding te vinden. Uiteindelijk kwam ik erachter dat ie er niet was, maar door de moeheid veel ik in slaap.
Op weg naar haar.
-Piet-