We legden het schip stil, want we wisten niet wat we moesten doen. Ik staarde naar de open zee. Jack kwam achter me staan en sloeg zijn armen om mijn middel.
"Wat een grootte hè," fluisterde ik. "zo groot, zo uitgestrekt, zo oneindig."
Ik voelde dat Jack knikte.
"Zullen we verder met ons spel?" stelde Jack voor. Ik knikte. We liepen naar ons tafeltje.
"We hebben pionnen nodig," besloot ik. "Maar waar halen we die van daan?"
***LIA***
