Net op het moment dat ik met mijn sabels uit wil halen voel ik dat er een vieze hand op mijn mond wordt gehouden.
Ik wil keihard gaan gillen, maar dat betekent dat het vuil van de hand in mijn mond zou gaan. Iew.
Snel word ik naar achteren getrokken. Ik probeer op de voeten te trappen maar die piraat kan mijn bewegingen goed ontwijken.
"Hou je bek juffie, we kunnen jou goed gebruiken."
"Heb je even?" Lachte ik.
"Ja hoor." Antwoordde Lia.
"Ik zal het niet te lang maken." Begon ik. "Ik woonde in Engeland in een piratendorpje aan de westkust. Daar was Brits boven alles en alles wat dat niet was is verboden. Ik kwam toevallig in contact met een Frans meisje dat ondergedoken zat in de provinciehoofdstad. En zodoende kwamen de dorpsleiders daar achter en werd ik weg gejaagd en vervolgens werd er jacht op mij gemaakt. Daarna zijn we naar Frankrijk gevaren en zijn daar in een kustplaats gaan wonen. Totdat zij ontvoerd werd door Briste piraten. Zij zijn mijn vijanden, maar over dat meisje ben ik al lang heen. Ik heb er wel verdriet om gehad maar ik was volkomen machteloos. Ik zat daar alleen in Frankrijk, en ik wilde er op uit, tegen Britten strijden enzo. Dus ben heb ik mezelf hier aan boord gesmokkeld."
Lia staarde me aan, ik glimlachte.
"Zo is het dus." Zei ik om de stilte te verbreken.
Ik stond daar nog steeds versuft. "Hector." fluisterde ik. Het enige woord dat ik over mijn lippen kon krijgen. Hij was lang niet zo geweldig als ik dacht. Ik liep naar hem toe. Hij stond half overeind. Ik klikte mijn pistool aan en hield het tegen zijn hoofd. "Hec het spijt me voor wat ik nu ga doen." Ik ging op mijn knieën en kuste hem nog een keer. Toen haalde ik de trekker over. Hector viel naar achter. Ik tilde hem op. Hij bloedde nog steeds. En gooide hem de zee in. Overgelaten aan Calypso. Ik zette een paa stappen achteruit. Toen knalde ik in de lucht. "JULLIE KAPITEIN IS DOOD! TREK JE TERUG OF WIJ VALLEN IEDER AAN DIE WE AAN KUNNEN VALLEN! THE BLACK ROSE IS EEN MACHTIG SCHIP! WIJ HEBBEN UNIEKE PIRATEN EN WIJ ZULLEN DAAR TOT DE DOD VOOR STRIJDEN" Brulde ik. Een paar van de vijanden gingen er snel vandoor.
Ik keek om me heen, en luisterde naar de harde schoten en gegil die ik hoorde.
Dit was geen goed teken, dat wist ik zeker. Straks gebeurde er iets met Richard! Of met mijn kinderen!
Dit kon en mogt ik niet laten gebeuren. Op een of ander manier moest ik zien om hem, mezelf en mijn kinderen te redden.
Wat een verhaal! Over Britten, Fransen... Ik was nog nooit in één van die landen geweest.
"Wauw," kon ik alleen maar uitbrengen. Ik slikte.
"Jack, dan zal ik jou ook vertellen wat ik hier doe. Dat is wel zo eerlijk," ik ging even recht zitten, "ten eerste; die littekens waren er zomaar ineens. Geloof me, ik weet niet waar ze vandaan komen. Het is voor iedereen een raadsel. En ik zit hier omdat ik ben verbannen. Verbannen uit China..."
Ik moest even ademhalen. Jack knikte bemoedigend.
"Mijn vader was niet goed wijs. Hij sloeg mij en mijn moeder. Misschien dat daar die littekens van komen. Ik weet het niet. Op een dag, ongeveer 2 jaar geleden, schreeuwde hij weer naar me en sloeg me. Mijn moeder kon het niet aanzien en greep in. Mijn vader flipte! Hij sloeg mijn moeder tot aan bloedens toe. Ze raakte verlamd," ik veegde een traan weg, "mijn vader wilde niets meer van ons weten. En mijn moeder kon niets meer. Ik moest vluchten. Mijn vader had me verbannen en ik was niet veilig. Na lange dagen zwerven in mijn eentje kwam ik Cwen tegen en ze nam me mee naar de Black Rose." Mijn wangen waren nu helemaal nat en ik veegde ze snel weg. Jack pakte mijn vrije hand.
"Wat erg voor je," fluisterde hij.
Ik probeer me los te rukken uit de greep maar het enige wat ike rmee bereik is dat de piraat me nog strakker vasthoudt.
Dan hoor ik een knal. Ik heb er veel gehoord de afgelopen minuten, maar bij deze weet ik zeker dat er iets bijzonders is gebeurd.
Ik zucht diep. Iemand is dood, ik weet het zeker. Wie zou het zijn? Lia? Die was zo ziek...
Jack? Cwen? Jowl? Wiilow? Het kan iedereen zijn.
Ik begin zachtjes te huilen en ik voel dat de vent die me vast heeft gepakt een beetje in paniek begint te raken.
Er begint beweging in hem te komen, en ook in mij. Ik word meegesleurd door zijn kracht en word onder het dek geduwd.
Hij komt er ook bij zitten.
"Stil maar." Suste ik. Lia barstte in tranen uit. Ik probeerde rechtop te gaan zitten. Ik sloeg een arm om haar heen en klopte zachtjes op haar schouder.
"Ik begrijp hoe je je voelt." Fluister ik.
"Echt?" Snikt Lia.
"Echt waar, bij ons in Engeland ging het er vaak net zo aan toe, stelletje gekken dat het zijn." Antwoord ik. Lia veegde haar tranen uit haar ogen. Ik voelde plotseling een steek in mijn schouder en ik lag abrupt weer op mijn rug.
"Jack, gaat het?" vroeg ik bezorgd. Jack knikte.
"Blijf maar liggen," zei ik, "ik ga even kijken wat ik nog allemaal kan doen daarbuiten."
Ik haastte me naar buiten. De vijanden begonnen te vluchten! Mooi zo! Maar dan zie ik nog net een vijand in het dek verdwijnen, en hij was zeker niet alleen! Met mijn zwaard in mijn hand besloot ik om dapper te gaan doen en sloop ik de vijand zijn gijzelaar naar beneden.
"Laat me gaan, zak," hoor ik iemand zeggen met een zwaar Frans accent. Jane! Het is stikdonker. Voorzichtig sloop ik naar binnen. Plots ging er een licht aan. De vijand met een lantaarn in zijn hand. Shit! Ik probeerde weg te vluchten. Een schot miste me op een haar na.
"Terugkomen of je vriendinnetje gaat overboord," siste hij vals. En nu?
"Lia loop door!" drong Jane aan. Nee. Dat kon ik niet. Ik liep terug.
"Zwaard laten vallen." Mijn zwaard viel met een luid gekletter op de grond. Ik werd onder schot gehouden. Ik plofte neer naast Jane. Fijn.
Handig zwiep ik met mijn hand het zwaard vervaalijk heen en weer en wenk de vijand met de anderen.
"Kom maar op" geijns ik breed en ontbloot mijn tanden. Een ruig behaarde piraat sprong naar voren maar maakt geen zijn van kans. Voor zijn dolk mij ook maar kan bereiken vloer ik hem al met mijn uitgestoken been. "Wat word het" zeg ik grommend en ik houd mijn zwaard tegen zijn keel.
"Leven of dood" Panisch schokt de soldaat naar achter en smeekt om vrijheid.
Ik geef hem een flinke schop in zijn dij en beveel hem hem om op te staan. "Verdwijn uit mijn ogen" sneer ik hem toe. De piraat rent doodsbenauwd naar de rand van het schip en gooit zich overboord. Ik grinnik, die piraten van tegenwoordig ...
Er danste een straaltje licht op mijn gezicht en ik schoot overeind. Heolang was weggeweest.
Ik keek naar de lucht. Snel krabbelde ik overeind en begon te rennen terug naar het schip. Er lag roodgekleurd water om het schip. Ailyn stond in het water. Ik renden naar haar toe en omhelsde haar.
Ik legde mijn hand op de rand van haar gezicht en kuste haar. "Sorry dat ik zo lang wegwas. Ik was buiten westen."
Wanhopig geef ik een flinke schop tegen het luik. Meteen voel ik een snijdende pijn in mijn polsen.
"Kappen nu of ik snij de boel weer open."
Ik moet diep slikken. Shit, hij heeft mijn litrtekens dus gezien. En nu zegt hij het ook lekker hardop zodat Lia alles kan horen!
"Het geeft niks, ik, ik was bang dat je niet meer terug zal komen." zei ik. Ik kon wel huilen van blijdschap.
Hij was terug! Richard aaide over mijn buik. Ik lachte en zoende hem. Ik ging naar boven, maar hoorde toen een schot. Ik had pijn in mijn buik, mijn leven flitste snel in mijn hoofd voorbij, en het laatste wat ik hoorde, was Richard, hij schreeuwde: "Ailyn!" en alles werd zwart voor mijn ogen.
Ik ging helemaal los. Totdat ik Cwen hoorde schreeuwen "JULLIE KAPITEIN IS DOOD! TREK JE TERUG OF WIJ VALLEN IEDER AAN DIE WE AAN KUNNEN VALLEN! THE BLACK ROSE IS EEN MACHTIG SCHIP! WIJ HEBBEN UNIEKE PIRATEN EN WIJ ZULLEN DAAR TOT DE DOOD VOOR STRIJDEN" ik stond een beetje verbaasd te kijken. Want dat betekende dat zij Hector had vermoord. Daar was ze toch verliefd op of niet. Maar daar kon ik niet te lang over nadenken want er kwam iemand op me afrennen. Hij sleurde me mee het dek in geduwd. Daar zag ik Jane zitten." jij stomme rotpiraat" schreeuwde ik.
"Blijf van haar af, báichī," schold ik op de piraat die met zijn mes stond te zwaaien. Jane ging weer zitten na een hopeloze poging om het luik te openen. Ik had haar littekens al lang gezien. Ik pakte haar hand en liet mijn eigen arm zien. Ik wees naar de lange strepen die mijn arm bedekten.
"Ik heb ze ook," fluisterde ik.
Plots kwam er nog een piraat binnen. Hij had Emirild! Shit!
Ik lag ergens, ademen deed pijn, mijn keel was ruw. Ik kwam langzaam overeind. De wereld duizelde en ik viel weer achterover. Waar was ik?
"Hallo?" Riep ik schor, mijn keel begon te brandde, ik moest echt even wat drinken.
"Is er iemand?" Riep ik, "Hallo!"
Het was doodstil. Ik lag op hout, mijn hand taste wat rond, ik voelde hout. Ik draai me op mijn buik en begin te kruipen.
"Boem!" Ik knal ergens tegen aan met mijn hoofd, mijn hand gaat omhoog, een deur! Ik open hem, en zie meteen dat ik nog steeds op Black Rose was. Ik zucht opgelucht, maar schrik als ik knallen hoor.
Ik heis me overeind en wankel naar voren, zonder de deurklink los te laten. Er was een gevecht aan de gang.
Ik wou helpen, maar de wereld begon te duizelen voordat ik wat kon doen, ik wankel naar achter, maar ik val eerder. Ik kruip de ruimte weer in en doe de deur opslot. Kon iemand me wat uitleggen?
"Wat is er gebeurt...." Mompel ik in mezelf. Ik tik tegen mijn kin. Ik had een beetje jeuk aan mijn neus, ik krapte eraan en gilde het meteen uit. Het deed zo'n pijn!
Ik laat me vallen en sluit mijn ogen, ik hoopte dat ik in slaap viel, ergens hoopte ik voor eeuwig...
Toen ik merkte dat we gewonnen hebben maakte ik heel langzaam hun eigen schip buit en hees onze vlag, toen alle zeilen gehesen waren stond ik achter het roer even naar iedereen te zwaaien op het dek "Hey jongens, leuke buit he?" en tegen de nog vijandelijke piraten op het dek riep ik: "tot ziens en bedankt voor jullie schip he?"
Ik blijf even meevaren met het schip tot dat de vijandelijke piraten in de gevangenis zaten of vermoord waren daarna, daarna gooide ik 1 van de enterhaken uit richting ons schip, ik klom aan boord. Toen ik eenmaal aan boord was zei ik: "Waar is Cwen? ik heb een mooie buit voor ons" en liet het vijandelijke schip zien.
Ik rukte me los, stak mijn zwaard in zijn buik en zei "zo dat zal je leren een meisje te pakken". Lia rende naar me toe en knuffelde me. "Uhm.." ik wist niet wat ik moest zeggen dit had ik nog nooit
meegemaakt. Ik zei een beetje verlegen "hebben jullie ook van die littekens?".
De laatste paar sukkels die waren gebleven hadden we er al snel vandoor gekregen.
Ik ging bij Ayme kijken. Ik kroop tegen haar aan. Ze was nog steeds bewusteloos. Ik legde mijn arm om haar heen. "Cwen?" Vroeg ze zachtjes. "Ja Ayme." Fluisterde ik terug. "Is dit een droom." Vroeg ze. "Nee lieverd dit is geen droom. Zou je je nu om willen draaien zodat ik je kan zien?" Ayme draaide zich langzaam om. Ik keek naar haar. Zij keek naar mij.
"Wat?!" ik hap naar adem. Lia mag dan van een adelijke familie komen, onze vroegere rijkdom is het enige wat we gemeen hebben, tenminste dat is wat ik altijd heb gedacht.
"Hoe kom je eraan?" vraag ik. Oeps, dat was onbeleefd.
"Jij eerst."
Ik begin te vertellen:
"Het begon allemaal in Frankrijk. Mijn vader handelde in Afrika en had een groot en succesvol bedrijf. Zijn enige struikelpunt was zijn grote rivaal Raymond Brooks, een Engelsman. Behalve dat ze constant ruzie maakten over hun bezittingen wilden ze ook niet met elkaar ahndelen, waardoor het bedrijf van mijn vader bijna faillet ging.
Toen kreeg hjij een plan waarmee hij de band met meneer Brooks kon verbeteren: Hij wilde mij uithuwelijken aan de zoon van meneer Brooks, Winston. En dat gebeurde.
Ik zag hem voor het eerst tijdens een diner. Ik werd gelijk verliefd op hem.
Hij was nuchter, ondanks zijn grote rijkdom, en stond met beide benen op de grond.
Ook zijn charmes en manieren waren om flauw te vallen. Winston was geweldig.
Er was alleen één ding: Hij vond mij maar niks. En toch moesten we trouwen.
Mijn hele huwelijk ging naar de klippen. Hij bleek toch niet zo nuchter als ik had gedacht want hij dronk heel veel en ging vreemd met elke vrouw die hij tegenkwam.
Ik begon mezelf te snijden om de pijn in mijn hart te verlichten, maar er bleven wel grote littekens over. Op mijn huid en in mijn hart."
Ik moet even een traan wegpinken.
"Ga door." moedigt Lia me aan.
"Goed. Mijn enige troost was mijn oudere broer. Hij was getrouwd en had een goed huwelijk. Zijn vrouw was toentertijd zwanger van hun derde kind. Ik kon altijd mijn hart op hem uitstorten en na afloop voelde ik me altijd beter, voor zover dat duurde.
Toen ging het mis. Ik mocht mijn broer niet meer zien van Winston. Een paar dagen later was mijn broer vermoord en men wees mij als de dader aan.
Ik werd opgesloten inb de gevangenis om de volgende dag onthoofd te worden. Mijn hele familie haatte me.
Die nacht overviel The Black Rose het dorp en de gevangenis werd gebombardeerd. Ik heb me door een klein gat in de muur weten te wurmen en zo ben ik ontsnapt.
Ik wist niet waar ik heen moest gaan. De hele stad wilde me uitmoorden. Ik was het monster dat haar eigen broer heeft afgeslacht. Cwen heeft me hoop gegeven.`