Lachend staar ik Aiyma na.
Een klein blokje -weetikveelwat op de verpakking stond kauwgom- danste vrolijk door mijn mond.
Gisteren was ik naar beneden gegaan en had het gepikt van een paar picnickende mensen.
Ik trok mijn benen naar me toe en liet me naar beneden vallen. Ik viel recht naar beneden en keek naar de grond die steeds dichterbij kwam. Ik trok mijn hoofd naar mijn knieën en sloeg mijn armen eromheen.
Als een soort nootje rolde ik over de grond. Ik stond op en keek rond. Rosalie en Len waren aan het praten.
^.^Elliot^.^
