Ik slijp mijn sabels en knoop de koordjes van mijn bloes steviger aan.
Die Jack en Lucas weer. Ik weet niet hoe ze het voor elkaar krijgen, maar telkens weten ze mijn dag weer te verzieken.
Ze zaten zeker achter mijn rug om te roddelen. Ik hoorde Lucas overduidelijk mijn naam zeggen.
Ik word wild wakker geschud uit mijn gedachten door een pijn in mijn duim.
Er loopt een klein straaltje bloed uit.
"Nee he, niet nu..." zucht ik en ik loop naar de kapiteinscabine om een verbandje te halen.
Net als ik klaar ben hoor ik een triomfantelijk "Land in zicht".
Haastig loop ik naar buiten.
xx- Jane de Belleville -xx
